Dr Sears, een kinderarts in de Verenigde Staten, heeft deze methode ontwikkeld naar aanleiding van ervaringen in zijn praktijk.
De filosofie van attachment parenting is een goede hechting tussen ouder en kind. Deze hechting komt tot stand door het leren kennen van de behoeften van het kind. Het kind moet erop kunnen vertrouwen dat zijn ouders helpen om de behoeften te vervullen. Door veel bij elkaar te zijn leer je de signalen van je kindje interpreteren. Ook de zelf-ontwikkeling van een kind speelt een belangrijke rol.
Ik geef borstvoeding wanneer mijn kind daar om vraagt en volg daarin geen schema’s. Ons oudste zoontje dronk 14 maanden, ons dochtertje en jongste zoontje beide 19 maanden.
Ze worden gedragen in een draagdoek, niet alleen tijdens een wandeling, maar ook in huis als ze onrustig zijn. Een kind wil immers altijd gedragen worden!
Onze kindjes zijn bijna altijd bij ons, geen crèche of onthaalmoeder.
En ook ‘s nachts slapen we samen.
Ik laat mijn kinderen niet huilen. Want een kind huilt niet voor niets, dat is geen manier om hun zin door te drammen, maar een noodkreet. Ze proberen eerst met allerlei signalen je er op te attenderen dat ze willen eten, behoeften moeten doen, krampjes hebben of dicht bij jou willen zijn.
Ze zetten huilen pas in als laatste middel, want dit trekt oorspronkelijk in de natuur ook roofdieren aan, dus is niet zonder gevaar om te gebruiken.
Mensen die mij “wijze raad” geven dat dit goed is voor de longetjes, krijgen een bliksemende blik terug.
Enkel een bedje en draagdoek, daar kan de commercie niet veel aan verdienen, dus proberen ze ouders te overtuigen dat zij met hun product hun kind het beste geven. Maar het beste geef je vanuit je hart!
Onze kindjes hebben geen Winnie-the-Pooh slaapkamer, hippe kinderwagen, innovatieve absorbtie-wegwerpluiers, box/park (doet me denken aan een dierentuin), voorgevormde tut of babyfoon. Ze dragen tweedehands kleding. En uiteraard gebruiken we wasbare luiers.
Doordat we geen dure producten kopen, hoeven we minder te werken en kunnen we meer tijd aan de kinderen besteden. Dat is toch het allerbelangrijkste!
de vluchters, de verstoppers en de dragers.
Vluchters zijn paarden, koeien, giraffen, bizons, enz... Hun jongen komen vrij rijp ter wereld: ze kunnen een kwartiertje nadat ze geboren zijn al rechtstaan en meelopen met de kudde. De melk die ze krijgen is heel eiwitrijk want ze moeten erg snel kunnen groeien om snelheid te kunnen halen bij het vluchten. Ze drinken wanneer de kudde even stilstaat. Ze maken geluid als ze alleen zijn zodat hun moeder hen snel kan vinden.
Verstoppers zijn konijnen, katten, eekhoorntjes, enz... Hun jongen zijn in het begin dikwijls erg hulpeloos en zijn muisstil als ze alleen zijn. Zij mogen de aandacht niet trekken van roofdieren als hun moeder weg is. Ze worden “verstopt” in een nest en drinken niet zo vaak bij de moeder. De melk is erg vetrijk zodat ze rustig en verzadigd zijn als de moeder moet gaan jagen of eten.
Dragers zijn primaten (alle aapsoorten), kangoeroe's, en ook vleermuizen. De baby's komen meestal “onaf” ter wereld, met een onrijp zenuwstelsel. Zij zijn genetisch voorgeprogrammeerd om heel dichtbij hun moeder te blijven en heel vaak kleine slokjes melk te drinken. De melk is vooral suikerrijk zodat de hersentjes snel kunnen groeien. Ze hangen aan (of in) het lichaam van de moeder en hebben schommelende bewegingen en huidcontact nodig om hun zenuwstelsel goed te doen rijpen. Wanneer ze alleen zijn slaan de jongen in paniek: er gaat meteen een niet mis te verstaan sterk alarmsignaal af, want ze zijn in levensgevaar! De melk wordt erg snel verteerd en ze moeten dus erg regelmatig “bijtanken”.
Wij zijn dus dragers,
maar we behandelen onze kinderen als jongen van verstoppers
en voeden ze met melk van vluchters!
Zelf bekijk ik kinderen liever hoe zij omgaan met prikkels. En vaak zie je dat kinderen overprikkeld of onderprikkeld zijn. Dit geldt trouwens niet alleen voor kinderen maar ook voor volwassenen.
Het instrument “prikkelgevoeligheid” helpt me enorm om mijn kinderen te begrijpen.
Wij hebben duidelijk een overprikkeld en een onderprikkeld kind. En altijd als ik het dan over die verschillende prikkelbehoefte bij hen heb, kijken mensen me vreemd aan.
“Is je ene kind autistisch?”, vragen ze me dan. “Nee, het is gewoon gevoelig voor prikkels en indrukken, daarom houdt het van rust."
En als ons andere kind constant stuitert, friemelt, roept en geen twee seconden kan stilzitten: “Heeft het misschien adhd?” Dan antwoord ik: “Nee hoor, die heeft gewoon constant prikkels nodig."
Terwijl ons overprikkeld kind uit school zich een half uur opsluit op de wc om tot rust te komen van de overload aan prikkels, klimt ons onderprikkeld kind in bomen en springt het 100x op de trampoline om extra prikkels op te doen.
Naast herkenning bracht het boek mij gelukkig ook nieuwe inzichten. Dat je namelijk zowel actief als passief op die over- of onderprikkeldheid kan reageren.
En dat op basis daarvan bepaald gedrag(stoornissen) getoond wordt. Aan de hand van bepaalde gedragingen kun je dus afleiden of je kind over- of onderprikkeld is.
Is een kind onderprikkeld en reageert het daar niet actief op, dan glijdt het in de passieve houding en lijkt het lui, ongeïnteresseerd en is niet echt “aanwezig”.
Een kind dat overprikkeld is reageert actief door bijvoorbeeld achter in de rij te gaan staan (in plaats van middenin de drukte) of een capuchon over zijn/haar hoofd te trekken.
Reageert een overprikkeld kind niet op zijn/haar overprikkeling, dan kan het het volgende gedrag laten zien: hyper en gestresst, snel geïrriteerd.
Actief | Passief | |
Overprikkeld | Rust zoeken (achterin rij staan, capuchon opzetten) |
Hyper, stress |
Onderprikkeld | Wiebelen en friemelen | Niet alert |
Veel meer van deze gedragingen staan in het boek.
Zoals bijvoorbeeld een wiebelkussen of kauwketting aan een onderprikkeld kind geven, zodat het meer prikkels te verwerken krijgt en actief blijft. Ook kun je een onderprikkeld kind extra bewegingstaakjes geven, zoals het bord schoonvegen op school of thuis de tafel dekken.
Een overprikkeld kind kan bijvoorbeeld gehoorbeschermers dragen om zo minder prikkels te ontvangen.
Dit boek was voor mij een eye-opener! Zo kon ik bepaald gedrag van mijn onderprikkeld kind, wat ik zelf als overprikkeld persoon als storend ervaarde, wel beter begrijpen.
En op school heeft ons onderprikkelde kind problemen. Vorig jaar wilde het niet meer school, want het leerde er toch niks: "Ik blijf thuis en ga thuis oefeningen doen en leren lezen." (Het had al ervaring met thuisonderwijs).
Het is een paar weken thuis geweest en heeft iedere dag fanatiek en vol enthousiasme geleerd.
We gingen gesprek met de juf aan, die zei ons kind helemaal niet toonde dat het zich verveelde op school. Omdat het dus zo onderprikkeld was, toonde het apatisch gedrag.
En er worden veel praktische casusen beschreven om te duiden met wat voor kind je te maken hebt en hoe je hem/haar kan helpen.
Achterin het boek staat ook hoe verschillende thuissituaties samengaan of conflicten geven met over- en onderprikkelde kinderen.
En ook hoe het karakter en aanpak van de leraar wel of juist niet goed samengaat met een over- of onderprikkelde leerling.
Plus hoe deze thuis/school-situaties natuurlijk op te lossen.
Dus het is niet alleen een theoretisch boek, maar komt ook praktische oplossingen!
Het boek is geschreven voor leraren om kinderen in de klas beter te begrijpen en hoe met die verschillende individuele prikkelbehoeften van kinderen toch om te kunnen gaan in een groep.
Maar het boek is toepasbaar voor iedereen die met kinderen omgaat, dus ook geschikt voor ouders, opa’s en oma’s, begeleiders van jeugdgroepen.
En het boek is simpel geschreven, dus je hoeft geen pedagogische achtergrond te hebben om het te begrijpen.
Misschien moeten we ons vragen stellen bij een maatschappij die steeds meer kinderen een label opplakt?
Onderstaand filmpje zeker kijken tot minuut 1:07
Deze video is enkel beschikbaar voor donateurs.
Ik vind dat we op basis daarvan kunnen vaststellen dat niet onze kinderen, maar de maatschappij ziek is!
Omdat zij zo verstarrend is en iedereen probeert te reduceren tot eenheidsworst. Zij kan niet meer omgaan met individuele verschillen, terwijl juist die verscheidenheid zorgt voor een flexibele samenleving en een mix aan opportuniteiten garandeert!
Deze video is enkel beschikbaar voor donateurs.
Voor mij betekent Natuurlijk Ouderschap “Luister naar je (moeder)gevoel!”
Laat je niks wijsmaken over voedingsschema’s, over je kind laten huilen om het te leren doorslapen en dus ook niet over “labels”.
Koester je kind, luister naar de signalen je kind en bied jouw kind waar hij/zij behoefte aan heeft. En je kind door de bril “prikkelgevoeligheid” bekijken, kan je zeker helpen om hem/haar beter te begrijpen en dus ook zo beter af te stemmen op zijn/haar behoeften!
© Illustraties: Ruud Bijman
Disclaimer: Dit artikel is geschreven om inzicht te geven in prikkelgevoeligheid. Ik ben echter geen pedagoog en doe dus geen analyses. Het vermelde gedrag in deze blog is enkel bedoeld om te duiden, wat niet impliceert dat met het vertonen van bovenstaand gedrag je kind ook over- of onderprikkeld is.
Deze pagina is enkel beschikbaar voor donateurs.
Word ook donateur en krijg toegang tot 330 video's!
Deze pagina is enkel beschikbaar voor donateurs.
Word ook donateur en krijg toegang tot ruim 150 artikels!
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
William and Martha Sears |
||
![]() |
![]() |
![]() |
Alfie Kohn |
||
![]() |
![]() |
![]() |
Kijk voor meer boeken van Alfie Kohn bij Onderwijs |
Je kan hier ons webwinkel-beleid lezen.
Ben je tevreden over een product uit mijn webwinkel en wil je dit vaker kopen?
Zou je dit dan telkens via mijn webwinkel willen doen? Zo blijf je ons steunen.
Staat jouw gewenste artikel of boek er niet tussen? Werkt een link niet meer?
Merci om dit door te geven op adverteren@greenevelien.com.